Historie

Op 5 januari 1831 opende de men in de wijk Montmartre de begraafplaats Saint-Vincent. De naam kreeg de begraafplaats van de beschermheilige van de wijngaard die op een steenworp afstand is gelegen. De burgemeester, Monsieur M. Bazin, voltrok de officiële opening. In 1838 kreeg Bazin zelf een plaatsje op de begraafplaats.
De geestelijke abbé Ottin zegende de begraafplaats in.
Tot en met 1909 bevond de ingang zich aan de rue Saint-Vincent nr 40, maar deze is later verlegd naar het steegje rue Lucien-Gaulard.

De begraafplaats, aangelegd in een bosrijk deel van Montmartre, was in eerste instantie 2100 m2 groot, maar werd al snel te klein, waarna men uitbreidde tot 6900 m2. Toen de rue des Saules en rue Saint-Vincent werden verlegd en verbreed, bracht men dit terug tot de huidige 5900 m2.

In 1989-1990 zijn de acacia's die het niet goed meer deden, vervangen door gouden regens, druivenstruiken en andere gewassen met gele bloemen.

In 1858 had men 13000 lichamen begraven op de kleine begraafplaats en werd uitbreiding noodzakelijk. Men sloot Saint-Vincent voor nieuwe begrafenissen en richtte op 5 juli 1858 buiten de stadsmuur in pointe Saint-Ouen een nieuwe begraafplaats op, die helaas heden ten dagen niet meer te bezoeken is.
In 1860 sloot Montmartre zich aan bij Parijs, waarna de regels van Parijs ook voor deze begraafplaats gingen gelden, te weten dat vanaf dat moment alleen nog eeuwigdurende grafrechten werden afgegeven, hoewel hier regelmatig van werd afgeweken tijdens onder meer het beleg van Parijs, ten tijden waarvan ook tijdelijke rechten werden verleend.

Na de sluiting van cimetière Saint-Pierre, die in het spraakgebruik 'du Calvaire' wordt genoemd, werd Saint-Vincent de tweede begraafplaats van Montmartre.

Op de begraafplaats vinden we veel lokale beroemdheden, waarvan er velen geboren, getogen en gestorven zijn in de wijk Montmartre. Hoewel men vaak in eerste instantie denkt aan cimetière Montmartre als begraafplaats van deze wijk, is het eigenlijk het veel kleindere Saint-Vincent dat door de wijkgenoten wordt gezien als dé begraafplaats voor de lokale beroemdheden.

De begraafplaats is klein (slechts 5900 m2) en straalt iets gemoedelijks uit. Bij goed weer zitten er vaak vrouwen te breien of te praten op de bankjes aan de rue Principale. Er zijn slechts 920 graven, waarop eeuwigdurend grafrecht rust. Hierdoor is de kans klein nog een graf te kunnen bemachtigen op Saint-Vincent, slechts voor beroemde overledenen wordt soms een uitzondering gemaakt.

Saint-Vincent vormt, samen met Du Calvaire, een geschiedenisboek van de wijk Montmartre. Combineer een bezoek aan deze begraafplaatsen met een wandeling door de wijk, waar u veel aanwijzingen over het leven van de beroemde wijkgenoten zult vinden, zoals het huis van Utrillo en het caberet 'Lapin Agile'.